Recomposez le dialogue

Enregistrez et comparez

_________ dagen per week werken jullie?
(wat / hoe / hoeveel)

Recomposez et enregistrez la phrase en anglais.

Satisfait ? Cliquez pour comparer.

Hoeveel dagen per week werken jullie?

Recomposez le dialogue

Enregistrez et comparez

We werken vijf dagen per week, van maandag _________ vrijdag.
(tot / op / met)

We werken vijf dagen per week, van maandag tot vrijdag.

Recomposez le dialogue

Enregistrez et comparez

We werken _________ in het weekend. 
(geen / nee / nooit)

We werken nooit in het weekend. 

Recomposez le dialogue

Enregistrez et comparez

We hebben een _________ met een vroege en een late dienst.
(ervaring / ploegensysteem / kantoor)

We hebben een ploegensysteem met een vroege en een late dienst.

Recomposez le dialogue

Enregistrez et comparez

_________ begint de ochtendploeg?
(hoeveel / hoe / hoe laat)

Hoe laat begint de ochtendploeg?

Recomposez le dialogue

Enregistrez et comparez

De ochtendploeg werkt van zes uur _________  tot twee uur ‘s middags.
(morgen / ’s morgens / ’s avonds)

De ochtendploeg werkt van zes uur ‘s morgens tot twee uur ‘s middags.

Recomposez le dialogue

Enregistrez et comparez

Werkt je ploeg soms _________?
(nieuw / aangenaam / laat)

Werkt je ploeg soms laat?

Recomposez le dialogue

Enregistrez et comparez

Ja, één week _________ twee.
(over / per / op)

Ja, één week op twee.

Recomposez le dialogue

Enregistrez et comparez

_________, de avonddienst is van twee uur tot tien uur ‘s avonds.
(dus / van / tot)

Dus, de avonddienst is van twee uur tot tien uur ‘s avonds.

Recomposez le dialogue

Enregistrez et comparez

Ja, dat _________.
(begrijpt / klopt / kent)

Ja, dat klopt.

Recomposez le dialogue

Enregistrez et comparez

Hebben jullie hetzelfde uurrooster in de _________ dienst?
(alles / technische / altijd)

Hebben jullie hetzelfde uurrooster in de technische dienst?

Recomposez le dialogue

Enregistrez et comparez

Ik werk altijd _________ acht uur tot vijf uur.
(in / van / op)

Ik werk altijd van acht uur tot vijf uur.

Recomposez le dialogue

Enregistrez et comparez

Kom je ook op _________ en zondag?
(zaterdag / week / maand)

Kom je ook op zaterdag en zondag?

Recomposez le dialogue

Enregistrez et comparez

Ja, er zijn soms technische _________ in het weekend.
(auto’s / problemen / uurroosters)

Ja, er zijn soms technische problemen in het weekend.

Recomposez le dialogue

Enregistrez et comparez

Ik werk één weekend _________  _________.
(in maand / per maand / van maand)

Ik werk één weekend per maand.

Bravo !

Vous avez terminé la leçon 6 du cours de néerlandais !